Wat is die meervoud van goed?
Vertalingen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | goed | goederen |
verkleinwoord | goedje | goedjes |
Wat soort woord is goed?
Ook de woordgroepenstructuur is anders (‘het goed’ zijn twee woordgroepen in de eerste lezing, maar het is een woordgroep als het de winkelketen is), en ten slotte de ontleding: ‘Het is goed’ is een zin met naamwoordelijk gezegde, ‘Het Goed is’ heeft een werkwoordelijk gezegde.
Wat is de definitie van goed?
goed – Bijvoeglijk naamwoord 1. kwaliteit bezittend ♢ Wat een goed stuk om te lezen! goed – Zelfstandignaamwoord 1. iets concreets of abstracts dat men in bezit kan hebben ♢ Gezondheid is een groot goed.
Wat voor soort woord is of?
Of is een nevenschikkend voegwoord. Voegwoorden voegen zinnen aan elkaar en kan op een keuze tussen 2 dingen wijzen; Wil je koffie OF thee? Het is in elk geval een voegwoord. Bijwoorden zijn woorden die een zelfstandig nmw.
Wat is een goed juridisch?
Goederen zijn alle zaken en alle vermogensrechten. Het is daarmee een alomvattend begrip voor alle voor. » Meer over overdracht overdracht en bezwaring vatbare rechten, waaronder dus niet alleen zaken (stoffelijke objecten), maar ook rechten vallen, zoals een merk of een vordering.
Is geld een goed?
Voorbeelden van vermogensrechten zijn het recht op betaling van een geldbedrag, het recht op levering van een zaak en het recht op het verlenen van een dienst, en dus bijvoorbeeld een aandeel, een lijfrente of een vordering.
Wat is het meervoud van casus?
Het Nederlandse meervoud van casus (‘geval, praktijkgeval’, ‘naamval’) is casussen. Soms wordt de meervoudsvorm casi* gebruikt, maar die is niet correct. Af en toe wordt de oorspronkelijke Latijnse meervoudsvorm casus ook in het Nederlands als nogal geleerde meervoudsvorm gebruikt.
Waarom is het data en niet datums?
Er is geen betekenisverschil, het gaat om een verschil in stijl. Het woord datum kent een Latijns en een Nederlands meervoud: data en datums. Voor de aanduidingen van dag-maand-jaar kunt u zowel datums als data gebruiken. In de betekenis ‘gegevens’ is echter alleen data juist; het woord data kent dan geen enkelvoud.
Waarom schrijf je agenda’s en niet data’s?
Meervoud datum Datums wordt gebruikt wanneer we spreken over een datum op de kalender. Bijvoorbeeld 12 oktober 1966. Data wordt gebruikt wanneer we het hebben over gegevens.